Vergoeding bij gedwongen verhuizing
Een van de sterkste huurdersbeschermingen in Nederland is de verhuiskostenvergoeding, een verplichte financiële compensatie voor de kosten en overlast van verhuizen. Dit recht komt in werking wanneer een huurder zijn/haar woning moet verlaten—tijdelijk of permanent—omdat de verhuurder grootschalige renovaties of sloop moet uitvoeren (sloop en renovatie). Dit gaat niet om kleine reparaties; het geldt voor grote werkzaamheden die zo ingrijpend zijn dat de huurder redelijkerwijs niet in de woning kan blijven terwijl ze worden uitgevoerd. De verhuurder kan de huurder niet simpelweg laten vertrekken; hij moet een formeel voorstel doen, en als de renovatie vereist dat de huurovereenkomst wordt beëindigd, moet hij deze wettelijke tegemoetkoming verstrekken.
De verhuiskostenvergoeding is een minimum, vast bedrag dat door de overheid is ingesteld en jaarlijks wordt aangepast. Met ingang van 2025 bedraagt dit bedrag ruim €7.000. Het is bedoeld om een breed scala aan verhuisgerelateerde uitgaven te dekken, zoals het inhuren van een verhuisbedrijf, het aanschaffen van een nieuwe vloer of gordijnen voor de nieuwe woning, en compensatie voor de algemene overlast. Het is belangrijk op te merken dat dit een minimum bijdrage is. Als de werkelijke verhuis kosten van een huurder aanzienlijk hoger zijn, kunnen zij proberen een hoger bedrag met de verhuurder te onderhandelen, hoewel de verhuurder alleen wettelijk verplicht is het wettelijke minimum te betalen.
Voorwaarden en geschillen
Een huurder heeft alleen recht op deze tegemoetkoming als de verhuizing noodzakelijk is voor de dringende werkzaamheden (urgente werkzaamheden) van de verhuurder. Een verhuurder kan een pand niet cosmetisch upgraden en een huurder met compensatie uitzetten; de werkzaamheden moeten structureel of technisch noodzakelijk zijn. Dit is een veelvoorkomend punt van geschil. Een verhuurder kan een renovatie als noodzakelijk aanduiden wanneer deze slechts wenselijk is, in een poging een pand te ontruimen en tegen een hogere prijs te verhuren. Verder heeft de huurder alleen recht op de tegemoetkoming als zij degene zijn wiens huurovereenkomst wordt beëindigd of die gedwongen wordt tijdelijk te verhuizen. Als de huurder ervoor kiest om de huurovereenkomst zelf te beëindigen om andere redenen, zelfs tijdens een renovatieperiode, verliest hij/zij het recht op de vergoeding.
Als een verhuurder grootschalige renovaties moet uitvoeren en weigert de vergoeding te betalen, kan de huurder de zaak voor de rechtbank (kantonrechter) brengen. De rechtbanken handhaven dit huurdersrecht consequent en zien het als een essentiële bescherming tegen verdrijving door woningontwikkeling.
