Belasting op sociale huisvesting
De verhuurderheffing (landlord levy) was een zeer omstreden nationale belasting, ingevoerd in 2013 tijdens een periode van economische bezuinigingen en afgeschaft op 1 januari 2023. Deze belasting werd opgelegd aan verhuurders—met name sociale woningcorporaties—die 50 of meer gereguleerde huurwoningen bezitten. De heffing werd berekend als een percentage van de totale WOZ-waarde van deze gereguleerde woningen. De beweerde rechtsgrond van de regering was dat de sociale huursector, als een grote en kapitaalintensieve sector, zou moeten bijdragen aan de nationale financiën. Echter, de belasting werd onmiddellijk en fel bestreden door bijna iedereen binnen de woningsector zelf.
Een decennium van controverse en de afschaffing ervan
Critici stelden dat de verhuurderheffing feitelijk een belasting op huurders was. Het stroomde jaarlijks miljarden euro's rechtstreeks weg bij de sociale woningcorporaties, geld dat anders geïnvesteerd had kunnen worden in de bouw van nieuwe betaalbare woningen, het verbeteren van de duurzaamheid van bestaande woningen en het temperen van huurverhogingen. Woningcorporaties, huurdersorganisaties en gemeenten beweerden consequent dat de heffing een belangrijke oorzaak was van de stagnatie in de bouw van sociale huurwoningen in de jaren 2010, rechtstreeks bijdragend aan de ernst van de huidige huisvestingscrisis. De onverzet ti?
Een decennium van controverse en de afschaffing ervan
Critici stelden dat de verhuurderheffing feitelijk een belasting op huurders was. Het stroomde jaarlijks miljarden euro's rechtstreeks weg bij de sociale woningcorporaties, geld dat anders geïnvesteerd had kunnen worden in de bouw van nieuwe betaalbare woningen, het verbeteren van de duurzaamheid van bestaande woningen en het temperen van huurverhogingen. Woningcorporaties, huurdersorganisaties en gemeenten beweerden consequent dat de heffing een belangrijke oorzaak was van de stagnatie in de bouw van sociale huurwoningen in de jaren 2010, rechtstreeks bijdragend aan de ernst van de huidige huisvestingscrisis. De onverzettelijke campagne tegen de heffing slaagde uiteindelijk. De afschaffing ervan in 2023 maakte deel uit van een grote overeenkomst tussen de overheid en de woningsector, waarbij, in ruil voor het beëindigen van de belasting, woningcorporaties bindende prestatieafspraken (prestatieafspraken) tekenden om het tempo van bouw en renovatie aanzienlijk te verhogen.
