De Mythe van een directe huurder-subsidie
Laten we duidelijk zijn: in Nederland is er geen nationale directe-huurderssubsidie waar je op kunt aanvragen om een glasvezelinternetverbinding in je huurwoning te laten installeren. Het idee dat de overheid je geld zal geven om je internet te upgraden, is een fundamenteel misverstand van hoe het Nederlandse glasvezelnetwerk wordt uitgerold. De aanleg van glasvezel is een uiterst commercieel en concurrerend traject, geleid door particuliere bedrijven zoals KPN Netwerk, Open Dutch Fiber en Delta Fiber. Deze bedrijven nemen strategische beslissingen over welke steden en buurten gegraven en aangesloten moeten worden op basis van één belangrijkste factor: winstgevendheid. Ze richten zich op gebieden met een hoge bevolkingsdichtheid en gunstige demografieën waar ze voldoende abonnees kunnen werven om hun enorme infrastructuurinvestering terug te verdienen. Een enkele huurder in een gebouw heeft in dit proces zeer weinig invloed. Het concept van een 'grant' of 'subsidie' in deze context is vrijwel exclusief gereserveerd voor grootschalige overheidsinspanningen om de digitale kloof te overbruggen, niet om individuele stadsbewoners snellere streaming-snelheden te geven.
Wie ontvangt er daadwerkelijk financiering?
De subsidies die bestaan voor glasvezelinternet zijn gericht op het corrigeren van marktfalen, niet op het vergroten van stedelijk gemak. Deze financiering komt doorgaans uit provinciale of nationale overheidsfondsen en is gericht op het aansluiten van dun bevolkte landelijke gebieden, bekend als buitengebieden. In deze regio's zijn de kosten per aansluiting te hoog voor commerciële aanbieders om de investering te rechtvaardigen, waardoor bewoners met trage, verouderde DSL-verbindingen blijven zitten. In deze gevallen kan een gemeente of een lokale burgercoöperatie een substantiële subsidie ontvangen om samen te werken met een netwerkaanbieder en de businesscase haalbaar te maken. Dit is een strategische interventie om ervoor te zorgen dat alle burgers toegang hebben tot essentiële digitale diensten. Voor de gemiddelde huurder in een Nederlandse stad of dorp is dit echter volkomen irrelevant. De strijd om glasvezel in stedelijke gebieden wordt niet met subsidies gevoerd, maar met agressieve marketingcampagnes, deur-aan-deurverkopen, en tijdelijke 'gratis installatie'-aanbiedingen van de netwerkeigenaren zelf terwijl ze proberen marktaandeel te veroveren. Jouw gebouw krijgt glasvezel wanneer een commerciële partij het moment kiest, niet wanneer jij een niet-bestaande subsidie aanvraagt.
De realiteit van de huurder: kosten en toestemming van de verhuurder
Wat is dan de daadwerkelijke rol van de huurder in dit proces? Het is een rol van toestemming en, mogelijk, kosten. Wanneer een glasvezelbedrijf besluit uw gebouw te verbinden, hebben zij toestemming nodig van de eigenaar (uw verhuurder of de Vereniging van Eigenaars - VvE) om de installatie uit te voeren, wat inhoudt dat er een kabel van de straat naar elk appartement wordt getrokken en vaak een gat in de gevel wordt geboord. Een verhuurder wordt over het algemeen geacht deze toestemming te verlenen omdat het wordt beschouwd als een woningverbetering (woningverbetering). Waar kosten in het plaatje komen, is bij de aansluitkosten (aansluitkosten). Tijdens de initiële uitrol in een buurt bieden bedrijven deze kosten vaak gratis aan voor huishoudens die direct een contract afsluiten met een provider op hun netwerk. Als u (of de vorige huurder) deze promotieperiode mist, kan er een aansluitingskostenbedrag van enkele honderden euro's in rekening worden gebracht om later aangesloten te raken. De verhuurder is niet verplicht deze kosten voor u te betalen. Uw machtigste instrument als huurder is collectieve actie. Als uw gebouw nog geen glasvezel heeft, kunt u met uw buren uw interesse registreren bij de netwerkoperatoren. Het aantonen van hoge vraag binnen een enkel appartementenblok kan uw gebouw aantrekkelijker maken voor een aansluiting en mogelijk de tijdslijn voor aansluiting versnellen.