Een grens binnen een grens
De aftoppingsgrens, of afkaplimiet, is een complexe en vaak onbegrepen technische term binnen het Nederlandse huurtoeslagstelsel. Het functioneert als een tweede huurgrens, die onder de maximale huurgrens voor geschiktheid ligt. Het doel is om overheidsuitgaven te beheersen door huishoudens met lager inkomen ervan te weerhouden in sociale huur te wonen die relatief duur is voor hun inkomensniveau. Als het inkomen van een huishouden onder een bepaald punt ligt, wordt de huurtoeslag die zij ontvangen alleen berekend tot deze lagere 'afkaplimiet', zelfs als hun daadwerkelijke huur hoger is (maar nog steeds onder de absolute maximum). Huur die tussen de aftoppingsgrens en de werkelijke huur ligt, dient volledig door de huurder gedragen te worden, zonder enige subsidie. Dit leidt tot een sterke stijging van de nettohuur van de huurder, in feite een financiële straf voor het bezetten van een woning die als 'te duur' voor hun inkomensklasse wordt beschouwd.
Voorbeeld: Er zijn twee afkaplimieten: een lage en een hoge. Als de huur van een alleenstaande €700 bedraagt, maar hun inkomen hen in een categorie plaatst waarin de lage afkaplimiet van €454,47 (2024-cijfer) van toepassing is, wordt de huurtoeslag berekend alsof de huur slechts €454,47 zou bedragen. De subsidie die zij ontvangen is daardoor veel lager dan wat iemand met een hoger inkomen in hetzelfde appartement van €700 zou ontvangen. Dit mechanisme is ontworpen om de toewijzing van woningen te sturen, door huishoudens aan te moedigen te kiezen voor goedkopere woningen die aansluiten bij hun inkomen.
De praktische gevolgen
De aftoppingsgrens heeft significante praktische gevolgen voor huurders en de toewijzing van woningen. Voor huurders kan dit leiden tot onverwachte betaalbaarheidsproblemen. Een kleine daling van het inkomen kan hen plotseling in een lager inkomensniveau brengen, waardoor de afkaplimiet wordt geactiveerd en hun uit eigen zak betaalde huur aanzienlijk toeneemt, zelfs als de huur zelf niet is gewijzigd. Het voegt een extra laag complexiteit en onzekerheid toe aan persoonlijke financiële planning. Voor woningcorporaties bemoeilijkt de aftoppingsgrens hun toewijzingsbeleid. Ze moeten proberen huurders te koppelen aan woningen met een passend huurniveau, een proces dat bekend staat als passend toewijzen (geschikte toewijzing). Ze worden actief ontmoedigd om een huishouden met een zeer laag inkomen in een woning met een huur boven de afkaplimiet te plaatsen, aangezien dit een onbetaalbare situatie voor de huurder zou creëren.
Een sceptische visie is dat de aftoppingsgrens een technocratische, budgetcontrolemaatregel is die armoedevallen kan creëren. Het kan het voor een gezin moeilijk maken om een iets duurdere—and misschien betere of grotere—woning te accepteren, zelfs als die beschikbaar is, waardoor ze feitelijk vast komen te zitten in het allergoedkoopste segment van het woningbestand. Het is een sprekend voorbeeld van de ongelooflijke complexiteit van het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel, waar de regels, hoewel logisch vanuit een macro-economisch perspectief, perverse prikkels en financiële klippen kunnen creëren voor individuen op micro-niveau.