Ontsnappen aan lokale lasten
Inzicht in gemeentelijke belastingen
Elk huishouden in Nederland, ongeacht of men huur betaalt of eigenaar is, is onderworpen aan gemeentelijke en regionale belastingen. Het is cruciaal onderscheid te maken tussen belastingen voor eigenaren en belastingen voor gebruikers.
- Belasting op onroerend goed (Onroerendezaakbelasting, OZB): Dit is een belasting op het bezit van onroerend goed. Het wordt altijd betaald door de verhuurder. Een verhuurder kan deze belasting wettelijk niet als een afzonderlijke post aan de huurder doorberekenen, hoewel het natuurlijk wel in de totale huurprijs is opgenomen.
- Gebruikersbelastingen: Deze belastingen zijn voor diensten die door de bewoners van een woning worden afgenomen. Huurders zijn hier rechtstreeks verantwoordelijk voor. De belangrijkste zijn de afvalstoffenheffing (afvalstoffenheffing) en de waterschapsbelasting (waterschapsbelasting, voor waterzuivering en dijkbescherming). Deze worden rechtstreeks aan het huishouden gefactureerd dat bij een adres is ingeschreven.
Er is op deze 'gebruikersbelastingen' vrijstelling mogelijk.
Het 'kwijtschelding' (Vrijstelling) systeem
Voor huishoudens met een inkomen op of nabij het sociaalbijstandsniveau (bijstandsniveau) en met zeer weinig bezittingen (bijv. spaargeld onder een bepaalde drempel), biedt de gemeente een systeem van vrijstelling genaamd kwijtschelding, wat vertaald wordt als 'waiver' of 'remissie'. Als een huishouden voldoet, kan het volledig of gedeeltelijk vrijgesteld worden van het betalen van de gebruikersbelastingen van de gemeente voor dat jaar. Dit is een cruciaal vangnet om te voorkomen dat de kosten voor essentiële openbare diensten de laagste inkomens overspoelen. De aanvraagprocedure is rigoureus; de gemeente beoordeelt het inkomen, de uitgaven en de bezittingen van de aanvrager om te bepalen of men in aanmerking komt. Veel gemeenten controleren nu proactief gegevens, en als u al andere op inkomen gebaseerde sociale voorzieningen ontvangt, kunt u de vrijstelling automatisch krijgen.
Hoe aan te vragen en wie in aanmerking komt
Om kwijtschelding aan te vragen, vult u doorgaans een formulier in dat door uw lokale gemeente wordt verstrekt kort nadat u de jaarlijkse aanslag ontvangt. De aanslag wordt gewoonlijk in februari ontvangen. U zult gedetailleerde financiële informatie moeten verstrekken. De belangrijkste toelatingsfactoren zijn:
- Inkomsten: Uw netto-inkomen moet zeer laag zijn, ongeveer op het niveau van sociale uitkeringen.
- Vermogen: U mag niet over aanzienlijke spaargelden, beleggingen, of een auto van aanzienlijke waarde beschikken. De exacte vermogenslimieten worden jaarlijks vastgesteld.
- Kostenverdelingsnorm (kostendelersnorm): Het aantal volwassenen met wie u samenwoont kan uw toelating beïnvloeden. Hoe meer volwassenen in het huishouden, hoe lager de inkomensdrempel per persoon, aangezien u kosten moet delen.
Deze vrijstelling is een cruciale ondersteuning voor mensen in een precaire financiële situatie, maar is ontoegankelijk voor iedereen met een modaal inkomen of spaargeld, wat betekent dat de overgrote meerderheid van mensen in de particuliere huursector niet in aanmerking komt.