Een indirecte subsidie via gemeentelijke belastingen
Het concept van een 'afvalbeheer-subsidie' voor huurders is misleidend. Je zult geen cheque van de overheid ontvangen voor het correct recyclen. In plaats daarvan benadert het Nederlandse systeem dit vanuit de tegenovergestelde richting: je wordt financieel beloond voor het produceren van minder afval via de structuur van je lokale belastingen. Elk huishouden in Nederland is verplicht een afvalbelasting te betalen aan de lokale gemeente (gemeente). Deze belasting dekt de kosten van ophalen, scheiden en verwerken van al het huishoudelijke afval in het gebied. In zijn eenvoudigste vorm is dit een vast bedrag per huishouden. Om afvalvermindering te stimuleren, hebben veel gemeenten echter een systeem ingevoerd dat bekend staat als Diftar (gedifferentieerd tarief, of differentiër tarief). Dit systeem is het dichtst bij een 'subsidie' die een huurder zal tegenkomen, maar het wordt nauwkeuriger beschreven als een 'vervuiler betaalt'-model. Het is geen subsidie voor goed gedrag, maar een directe financiële prikkel om minder afval te produceren.
Het Diftar-systeem: Het 'vervuiler betaalt'-principe
Diftar is een systeem dat huurders financieel bewust maakt van het afval dat ze produceren. In plaats van een enkele vaste belasting wordt je jaarlijkse afvalstoffenheffing opgesplitst in twee delen: een vast basistarief en een variabel tarief. Het variabele tarief wordt rechtstreeks bepaald door hoeveel niet-recycleerbaar, restafval (restafval) je genereert. Dit wordt op een van twee manieren gemeten. Als je individuele kliko's hebt (kliko's), is het gebaseerd op hoeveel keer je jouw restafvalbak buiten zet voor ophaling. Als je gebruikmaakt van gemeenschappelijke ondergrondse containers, is het gebaseerd op hoeveel keer je met je persoonlijke elektronische sleutelpas de opening van de container opent. De financiële stimulans is krachtig. Bijvoorbeeld, het weggooien van een zak restafval kan elke keer tussen de €1,50 en €2,50 kosten, terwijl het weggooien van gescheiden papier, glas en plastic/metaal/drankkartons (PMD) 'gratis' is (omdat het wordt gedekt door het vaste deel van de belasting). Dit systeem 'subsidieert' effectief goed gedrag door de alternatieve optie duur te maken. Het sceptische standpunt is dat dit bepaalde huishoudens onevenredig kan treffen. Grote gezinnen, mensen met specifieke medische aandoeningen die afval genereren, of mensen met babies in luiers, kunnen aanzienlijk hogere rekeningen krijgen, waardoor een systeem van milieubemoediging verandert in een bron van financiële stress.
Gemeentelijke initiatieven en beperkingen voor huurders
Naast het Diftar-systeem bieden sommige gemeenten andere kleinschalige prikkels. Dit kan bestaan uit gratis keukenbakjes voor organisch afval (GFT), het aanbieden van korting op 'Nee/Nee' stickers om ongewenste post tegen te gaan (een belangrijke bron van papierafval), of het geven van workshops over afvalvermindering. Sommigen hebben zelfs 'grondstoffencentra' (milieustraten of afvalbrengstations) waar je een breed scala aan gescheiden materialen gratis kunt inleveren. De invloed die een huurder heeft op het overkoepelende systeem is vrijwel nul. Je bent onderworpen aan de keuzes die jouw gemeente heeft gemaakt wat betreft ophaalschema's, de soorten materialen die je kunt scheiden en de tariefstructuur. Je enige invloed binnen dat systeem is om een expert te worden in afvalscheiding om je persoonlijke kosten te minimaliseren. Je kunt geen subsidie aanvragen om het systeem te veranderen of om gecompenseerd te worden voor je inspanningen, naast de besparingen die je op je jaarlijkse belastingaanslag maakt.