Belasting op de grond onder onze voeten
De term grondbelasting (grondbelasting) verwijst niet naar een specifieke, bestaande belasting in de huidige Nederlandse belastingwetgeving. Het is een algemene of theoretische term voor een belasting geheven puur op de waarde van grond, waarbij de waarde van eventuele gebouwen of verbeteringen daarop wordt uitgesloten. Hoewel dit concept een terugkerend onderwerp is in economische en politieke discussies, heeft Nederland gekozen voor een andere aanpak. In plaats van een aparte landbelasting, heft het Nederlandse systeem de gehele onroerende zaak — dat wil zeggen de grond en het gebouw gezamenlijk — via de gemeentelijke onroerendezaakbelasting.
Hoe land eigenlijk belast wordt
In het huidige systeem wordt de waarde van grond indirect belast als een sleutelcomponent van de totale waarde van het onroerend goed. Het primaire instrument is de onroerendezaakbelasting (OZB), die wordt geheven over de totale WOZ-waarde. Aangezien de WOZ-waarde de marktwaarde van het onroerend goed als geheel weerspiegelt, bevat het van nature de waarde van de grond. Bovendien functioneren andere mechanismen economisch als een belasting op land. Bijvoorbeeld, de erfpachtcanon (grondrente) is een regelmatige betaling voor het gebruik van grond, die, hoewel een privé-contractuele betaling, aanvoelt als een belasting voor de huiseigenaar. Het idee om een pure grondbelasting in te voeren, wordt af en toe bediscussieerd door economen die betogen dat het de speculatie op land zou kunnen beteugelen en een efficiënter landgebruik zou aanmoedigen, maar het blijft een theoretisch concept zonder concrete plannen voor uitvoering.



















