Antisociaal-Sociale Hub
De droom versus de realiteit
Het idee om samen te komen rond een gezellige vuurput in de tuin is een krachtig marketingbeeld. In de dichtbevolkte realiteit van Nederland is het echter een voorziening die vol juridische en sociale risico's zit. Bijna elke gemeente heeft een Algemene Plaatselijke Verordening (APV) met strenge regels voor open vuren. Het veroorzaken van hinder voor buren door rook, geur of roet is uitdrukkelijk verboden. Een enkele klacht van een buur over rook die naar binnen waait, is vaak voldoende om de autoriteiten te laten eisen dat u het vuur dooft. In veel appartementsgebouwen zullen de regels van de VvE open vuren op balkons of in gemeenschappelijke tuinen uitdrukkelijk verbieden. Een vuurput is minder een eigendomkenmerk en eerder een potentiële bron van conflict.
Aansprakelijkheid en Toestemming
Er bestaat een cruciaal onderscheid tussen een permanente vuurplaats die door de verhuurder is geïnstalleerd en een draagbare vuurplaats die een huurder zelf aanschaft. Als het een permanente constructie is, is de verhuurder verantwoordelijk voor de veiligheid van de constructie en de naleving van eventuele bouwvoorschriften. De huurder is echter vrijwel altijd verantwoordelijk voor het gebruik ervan. Elke schade aan het pand of—nog ernstiger—aan aangrenzende panden veroorzaakt door vonken of overmatige rook valt onder de aansprakelijkheid van de huurder. Huurders dienen hun aansprakelijkheidsverzekering te controleren om na te gaan of deze dergelijke incidenten dekt. Voordat ze een vuurplaats gebruiken, moeten huurders uiterst realistisch zijn over hun omgeving: staan de buren dichtbij? Is het gebied goed geventileerd? In de meeste Nederlandse stedelijke omgevingen maakt dit een vuurplaats een zeer risicovolle keuze.



















