De droom van een persoonlijke kleedkamer
Een inloopkast is een opbergruimte voor kleding en accessoires die groot genoeg is om er in te kunnen lopen. In veel culturen, met name Noord-Amerikaanse, wordt het beschouwd als een standaardkenmerk van de hoofdslaapkamer in zelfs redelijk geprijsde woningen. Het wordt in de media vaak afgebeeld als een kleine persoonlijke kamer, een symbool van luxe en organisatorische perfectie, met uitgebreide planken, hangruimte en lades. Dit concept is diep verankerd in de verwachtingen voor een goed uitgeruste woning in die markten.
Een Amerikaans droombeeld, geen Nederlandse werkelijkheid
Voor iedereen die op zoek is naar een huurwoning in Nederland, is het essentieel deze verwachting volledig los te laten. De inloopkast is geen kenmerk van de Nederlandse residentiële architectuur. Nederlandse huizen, zowel oude als nieuwe, zijn ontworpen met de veronderstelling dat bewoners vrijstaande kasten (kledingkasten) gebruiken voor hun kleding. Slaapkamers zijn doorgaans functionele ruimtes, vaak net groot genoeg voor een bed, een bureau en een kledingkast. Het idee om een aparte, raamsloze kamer uitsluitend te bestemmen voor opslag van kleding wordt gezien als een buitengewoon inefficiënte besteding van schaarse en waardevolle vierkante meters. Een vastgoedvermelding die een 'inloopkast' adverteert, gebruikt deze term vrijwel zeker op creatieve wijze om iets heel anders te beschrijven—hoogstwaarschijnlijk een diepe maar smalle ingebouwde opbergruimte (inbouwkast) of misschien een kleine, ongemakkelijke kamer zonder raam (berging) die met een plank is uitgerust. Een huurder moet elke verwijzing naar dit kenmerk met extreme scepsis behandelen en verwachten zelf voor hun garderobesysteem te moeten zorgen.