Verlichten van verborgen kosten
Functie versus opsmuk
Buitenverlichting kan variëren van een enkele, praktische beveiligingslicht met bewegingssensor boven de achterdeur tot een uitgebreid systeem van spots, uplighters en padmarkeringen die zijn ontworpen voor esthetisch effect. Als huurder is de eerste vraag: wie betaalt de elektriciteit? Het antwoord is vrijwel altijd de huurder, via zijn/haar reguliere energierekening. Een uitgebreid, puur decoratief verlichtingssysteem dat de verhuurder als verkooppunt gebruikt, kan een aanzienlijke en onaangename aanslag op je maandelijkse budget worden. Hoewel moderne LED-verlichting efficiënter is, kunnen oudere of krachtigere systemen verrassend duur zijn om te gebruiken. Het is ook de moeite waard om te controleren wie controle heeft. Staat de verlichting op een eenvoudige schakelaar die jij bedient, of staan ze op een automatische timer ingesteld door de verhuurder? De laatste kan een bron van frustratie en verspilde energie zijn.
De onderhoudsverdeling
De verdeling van onderhoudsverantwoordelijkheid voor buitenverlichting volgt de standaard Nederlandse huurpraktijk. Het vervangen van een gloeilamp, zelfs in een buitarmatuur, wordt beschouwd als klein onderhoud en is de taak van de huurder. Echter, als het armatuur zelf kapot is, de bedrading defect is, of een bewegingssensor stopt met werken, dit is een gebrek in de woning (gebrek) en valt dit onder de verantwoordelijkheid van de verhuurder voor groot onderhoud. Aangezien buitenarmaturen aan de elementen worden blootgesteld, lopen ze een groter risico op defecten dan binnenverlichting. Een huurder moet eventuele gebreken schriftelijk aan de verhuurder melden om een dossier van het probleem te waarborgen.



















