Teruggave van de borg ('teruggave van de borg')
De teruggave van de borg, of teruggave van de borg, is de financiële afwikkeling die plaatsvindt nadat een huurperiode eindigt. De borgsom is niet het geld van de verhuurder; het is het geld van de huurder dat in vertrouwen bij de verhuurder wordt gehouden als zekerheid tegen mogelijke schade of onbetaalde huur. Aan het einde van de huurovereenkomst is de verhuurder wettelijk verplicht de borg terug te betalen, tenzij zij een legitieme, gedocumenteerde reden kunnen geven om kortingen aan te brengen. Dit proces is een frequente bron van conflicten, maar recente wetten hebben de rechten van huurders versterkt en strengere regels voor verhuurders opgelegd.
Geldige vs. onrechtmatige aftrekkingen
Een verhuurder mag wettelijk alleen kosten aftrekken om twee hoofdredenen: 1. Schades (Schade): De verhuurder kan de kosten aftrekken voor het repareren van schade aan het pand die verder gaat dan 'normale slijtage' (normale slijtage). Normale slijtage omvat lichte krassen op de muren, vervaagde verf, of een tapijt dat na meerdere jaren gebruik lichtelijk verslijt. Een groot gat in de muur, een kapot raam, of een diep bevlekte vloer zijn voorbeelden van aftrekbare schade. 2. Achterstanden (Achterstanden): De verhuurder kan openstaande huurbetalingen (huurachterstand) of een negatief saldo uit de eindafrekening van servicekosten of nutsvoorzieningen aftrekken. Een verhuurder mag geen kosten aftrekken voor regulier, preventief onderhoud, noch kan hij kosten in rekening brengen voor verbeteringen aan de woning. Ze kunnen ook geen kosten voor schade in rekening brengen zonder bewijs.
De bewijslast en het check-in-rapport
De bewijslast ligt bij de verhuurder. Om wettelijk een deel van de borg in te houden wegens schade, moet de verhuurder kunnen aantonen dat de huurder de schade heeft veroorzaakt. Het belangrijkste bewijs hiervoor is een vergelijking tussen een gedetailleerd, ondertekend check-in-rapport (opnamestaat) bij aanvang van de huurovereenkomst en het ondertekende inspectierapport bij vertrek. Zonder een zorgvuldig check-in-rapport waarin de initiële toestand van het pand wordt vastgelegd, is het voor een verhuurder uiterst moeilijk om aan te tonen dat schade niet al aanwezig was toen de huurder introk. Dit maakt het check-in-rapport het belangrijkste schild van de huurder tegen oneerlijke aftrekkingen.


















