De beveiliging door een verhuurder versus de privacy van een huurder
In een tijdperk van betaalbare slimme huissystemen kan een verhuurder verleid raken om bewakingscamera's rondom hun panden te plaatsen voor veiligheidsdoeleinden. Echter, het verlangen van een verhuurder naar veiligheid laat de fundamentele privacyrechten van huurders niet automatisch buiten spel staan. Het gebruik van camera's is een van de meest gevoelige kwesties in huurrecht en wordt strikt gereguleerd door de Autoriteit Persoonsgegevens of AP onder de AVG. De AP weegt het 'legitieme belang' van de verhuurder (bijv. het voorkomen van diefstal of vandalisme) af tegen de privacyrechten van huurders en het publiek. In bijna alle gevallen weegt de privacy van de huurder zwaarder.
De absolute no-go-zone: Binnen uw woning
Laten we ondubbelzinnig duidelijk zijn: een verhuurder is nooit toegestaan om een bewakingscamera te installeren in een particuliere huurwoning. Dit omvat de woonkamer, slaapkamer, keuken, badkamer en zelfs een privé hal binnen het appartement. Dit is een ernstige schending van de privacy van de huurder en van diens recht op woongenot (woongenot), en het vormt een strafbaar feit (huisvredebreuk). Dit geldt zelfs als de camera niet actief opneemt. Het loutere bestaan van een camera geïnstalleerd door een verhuurder in de privéruimte van een huurder is illegaal. Als een huurder een camera ontdekt die door zijn verhuurder in zijn huis is geïnstalleerd, moeten zij onmiddellijk de politie en de Autoriteit Persoonsgegevens contacteren.
De grijze zone: Gemeenschappelijke ruimtes en buitenruimtes
De regels worden genuanceerder als het gaat om gedeelde of gemeenschappelijke ruimtes van een appartementencomplex, zoals een centrale entreehal, een gedeelde gang of een gemeenschappelijke fietsenstalling (fietsenstalling). Een verhuurder of een Vereniging van Eigenaren (VvE) mag hier mogelijk een camera plaatsen, maar alleen als zij voldoen aan strikte voorwaarden:
- Legitiem belang: Er moet een aantoonbare behoefte zijn, zoals een recente geschiedenis van inbraken of ernstige vandalisme.
- Noodzakelijkheid (subsidiariteit): De camera moet een laatste redmiddel zijn. De verhuurder moet eerst minder ingrijpende maatregelen hebben overwogen (bijv. betere verlichting, sterkere sloten).
- Proportionaliteit: De plaatsing van de camera moet de impact op de privacy minimaliseren. Het mag niet rechtstreeks gericht zijn op de voordeur van het appartement van een huurder. Het filmen van een persoon telkens wanneer hij/zij zijn privéwoning betreedt of verlaat wordt beschouwd als een onevenredige inbreuk op zijn privacy.
- Transparantie: De aanwezigheid van camera's moet duidelijk worden aangegeven met borden. Huurders moeten geïnformeerd worden over de surveillance.
Cameras aan de buitenkant van een gebouw zijn ook streng beperkt. Een camera mag geen enkel deel van de openbare weg of het eigendom van buren filmen. Een camera gericht op de eigen voordeur van de verhuurder is toegestaan, maar het gezichtsveld mag niet verder reiken dan de straat of het trottoir. Een verhuurder die niet voldoet aan deze strikte regelgeving loopt het risico op aanzienlijke boetes van de Autoriteit Persoonsgegevens.



















