Het monopolie van de rechtbank
In Nederland heeft een verhuurder geen recht op een 'self-help' ontruiming. Ze kunnen niet de sloten vervangen, de bezittingen van een huurder verwijderen of de nutsvoorzieningen afsluiten om hen te dwingen te vertrekken, ongeacht wat de huurder heeft gedaan. De enige wettelijke manier om een huurder die weigert te vertrekken uit te zetten is door een ontruimingsvonnis van een rechtbank te verkrijgen. Deze rechterlijke toetsing zorgt ervoor dat het fundamentele recht van een huurder op woonruimte niet wordt aangetast zonder deugdelijke rechtsgang. De verhuurder moet een geldige wettelijke reden voor beëindiging van de huurovereenkomst aanvoeren, en de rechtbank moet ermee instemmen.
Het 'kort geding': Een verkorte procedure
De meest voorkomende reden voor uitzetting is een aanzienlijke huurachterstand (huurachterstand).
Wanneer een huurder achterloopt met de huur—meestal gedurende drie maanden of langer—kan de verhuurder een kort geding (verkorte procedure) starten. Dit is een versnelde juridische procedure die is ontworpen voor urgente zaken waar snel een beslissing nodig is. De verhuurder verzoekt de rechtbank om twee dingen: een bevel aan de huurder om de achterstallige huur te betalen, en een vonnis dat de ontruiming machtigt. De huurder heeft het recht om voor de rechtbank te verschijnen en een verweer te voeren (bijv. de reden voor de achterstanden toelichten en een betalingsplan voorstellen). Echter, als de achterstanden aanzienlijk en onbetwist zijn, zal de rechtbank bijna altijd in het voordeel van de verhuurder oordelen.
Zodra de verhuurder het ontruimingsvonnis heeft, moet dit officieel aan de huurder worden betekend door een gerechtsdeurwaarder. De huurder krijgt vervolgens een uiterste termijn om vrijwillig de woning te verlaten. Als ze nog steeds weigeren te vertrekken, kan de gerechtsdeurwaarder overgaan tot een gedwongen ontruiming, waarbij de huurder en diens bezittingen uit de woning worden verwijderd, vaak met politieondersteuning. De aanzienlijke kosten die gepaard gaan met de deurwaarder en het ontruimingsproces worden bij de huurder in rekening gebracht, waardoor de bestaande schulden toenemen.