De objectieve maatstaf voor huurwaarde
De Woningwaarderingsstelsel (WWS), ook wel bekend als de puntentelling of het 'punten-systeem', is het wettelijke fundament van de Nederlandse gereguleerde huursector. Het is een objectief en zeer gedetailleerd systeem dat bedoeld is om de maximaal toegestane 'kale huur' (kale huur) voor een woning vast te stellen op basis van de kwaliteit en kenmerken ervan. Het systeem werkt door een specifiek aantal punten toe te kennen aan verschillende kenmerken van de woning. De belangrijkste onderdelen die punten opleveren zijn de oppervlakte (oppervlakte) van de kamers, de energiezuinigheid (zoals bepaald door het energielabel), de waarde van de woning volgens de officiële WOZ-waarde, en de kwaliteit van voorzieningen zoals de keuken en de badkamer. Het totale aantal punten komt overeen met een specifiek maximum maandelijks te betalen huurbedrag in een door de overheid gepubliceerde tabel. Een verhuurder mag wettelijk gezien niet meer vragen dan dit bedrag als de woning binnen de gereguleerde sector valt.
Het doel van dit systeem is huurders te beschermen tegen buitensporige huren in het betaalbaarste segment van de markt en ervoor te zorgen dat de betaalde huur in redelijke verhouding staat tot de kwaliteit van de geboden woning. Een huurder die in een gereguleerde woning woont, kan te allen tijde bij de Huurcommissie (de nationale huurcommissie) laten vaststellen of hun huur hoger is dan het wettelijke maximum op basis van het puntentelling van de woning.
De liberalisatiegrens: De scheidslijn
De cruciale vraag voor elke huurder is of hun woning zich in de 'gereguleerde sector' (sociale huur) bevindt of in de 'vrije sector' (vrije sector). Het antwoord hangt af van het aantal punten van de woning bij het begin van de huurovereenkomst. De overheid stelt jaarlijks een 'liberalisatiegrens' (liberalisatiegrens), wat een specifiek aantal punten is. In 2024 was dit bijvoorbeeld 148 punten voor een nieuw contract, overeenkomend met een maximumstarthuur van €879,66. Als een woning bij aanvang van de huurovereenkomst onder deze drempel scoort, valt deze wettelijk in de gereguleerde sector en kan de verhuurder nooit meer vragen dan de huur die door het puntensysteem is vastgesteld. Als de woning boven de drempel scoort, bevindt het zich in de vrije sector en is de verhuurder vrij om elke huur te vragen die de markt kan dragen. De puntentelling is volstrekt niet relevant voor het vaststellen van de huur van vrije-sector woningen.
Deze scheidslijn is de bron van talrijke juridische geschillen. Een veel voorkomende situatie houdt in dat een verhuurder een woning verhuurt tegen een huur uit de vrije sector (bijv. €1.200) terwijl het aantal punten feitelijk onder de drempel ligt. Een nieuwe huurder heeft een termijn van zes maanden vanaf het begin van hun contract om bij de Huurcommissie langs te gaan en de punten formeel te laten beoordelen. Als de Huurcommissie ermee instemt dat de woning onder de drempel valt, kunnen zij de verhuurder wettelijk dwingen om de huur permanent te verlagen tot de correcte, veel lagere, gereguleerde prijs. Dit maakt het begrip van de puntentelling een potentieel krachtig instrument voor huurders, zelfs voor diegenen die aanvankelijk een hooggeprijsd contract tekenen, om hun huur aan te vechten en te corrigeren.