Het 'Boetebeding' of Boeteclausule
Een boete voor te late huurbetalingen is geen automatisch recht voor een verhuurder in Nederland. De bevoegdheid om een boete bij late betaling te innemen moet uitdrukkelijk in de huurovereenkomst zijn vastgelegd in wat bekend staat als een 'boetebeding' (penalty clause). Als het contract zo'n clausule niet bevat, kan de verhuurder geen boete bedenken. Hun enige verweer zou zijn om de wettelijke rente over het te late bedrag te vorderen, wat doorgaans een veel lager bedrag is dan een contractuele boete. Daarom is de eerste stap voor elke huurder die zich zorgen maakt over late betalingen om zijn huurovereenkomst zorgvuldig te lezen.
Echter, zelfs als er een boetebeding bestaat, is het geen blanco mandaat voor de verhuurder om exorbitante kosten op te leggen. Het Nederlandse contractenrecht, met name de principes van consumentenbescherming, legt aanzienlijke beperkingen op aan deze clausules. Een boetebeding in een huurovereenkomst moet 'redelijk' zijn. Als een clausule als 'onredelijk bezwarend' wordt beoordeeld, heeft een rechter de bevoegdheid om de boete te matigen of de clausule zelfs volledig te vernietigen.
De toets van redelijkheid
Er is geen exacte wettelijke limiet op laattijdige betalingen, maar jurisprudentie heeft duidelijke richtlijnen vastgesteld over wat als onredelijk wordt beschouwd. Een rechter zal naar alle omstandigheden kijken, maar bepaalde soorten clausules worden bijna altijd als oneerlijk beschouwd:
- Disproportionaliteit: Een zeer hoge vaste boete voor slechts één dag te laat zijn is waarschijnlijk onredelijk. De boete moet in zekere mate in verhouding staan tot de schade die de verhuurder heeft geleden.
- Dubbele boetes: Een clausule die de verhuurder toestaat zowel een vaste boete als wettelijke rente voor dezelfde vertraging te berekenen, wordt over het algemeen als oneerlijk beschouwd. De verhuurder moet feitelijk voor één of de andere kiezen.
- Geen cap/geen bovengrens: Een boete die onbeperkt dagelijks oploopt zonder enige bovengrens wordt vaak gezien als bestraffend eerder dan compensatoir en kan door een rechter gematigd worden.
Veel standaard huurovereenkomsten (zoals het populaire ROZ-model) bevatten boetebedingen. Hoewel deze vaak zijn opgesteld om juridisch goed te functioneren, kunnen ze nog steeds worden aangevochten als het specifieke bedrag buitensporig is in de context van de huur. Bijvoorbeeld, een maandelijkse boete van €300 op een huur van €800 zou door de rechtbank waarschijnlijk als onredelijk worden beschouwd.
Huurdersrechten en actie
Als u wordt geconfronteerd met wat u als een buitensporige boete voor te late betaling beschouwt, moet u niet simpelweg weigeren te betalen, omdat dit de situatie kan doen escaleren. De aanbevolen handelwijze is om de huur zelf te betalen en vervolgens schriftelijk bezwaar te maken tegen de boete bij de verhuurder, waarin u uitlegt waarom u vindt dat deze onredelijk is. Als de verhuurder aandringt, kan de zaak uiteindelijk door een rechter worden beslist, die de toets van redelijkheid toepast. Vaak is het genoeg dat een huurder zijn rechten kent en bereid is een oneerlijke clausule in twijfel te trekken om een verhuurder ertoe te brengen een buitensporige boete niet op te leggen.



















