De vaak over het hoofd geziene nutsvoorziening
Koudwaterkosten, de kosten voor koud water, zijn een apart en soms verwarrend onderdeel van de nutsvoorzieningen van een huurder. In tegenstelling tot gas en elektriciteit, waar er een concurrerende markt van leveranciers is, wordt de levering van drinkwater in Nederland beheerd door regionale openbare nutsbedrijven. Elke regio heeft slechts één leverancier (bijv. Waternet in Amsterdam, Dunea in Den Haag). Dit betekent dat u uw waterleverancier niet kunt kiezen. De kosten van water zijn ook aanzienlijk lager dan die van gas en elektriciteit, wat er vaak toe leidt dat mensen dit in hun begroting over het hoofd zien, maar het is een terugkerende uitgave die in rekening moet worden gebracht. De totale kosten bestaan doorgaans uit een vast jaarlijks bedrag (vastrecht) en een variabele hoeveelheid op basis van de kubieke meters water die verbruikt worden.
Hoe een huurder voor water betaalt, hangt volledig af van of het appartement een eigen individuele watermeter (watermeter) heeft. Als er een speciale meter aanwezig is, is de huurder meestal verplicht zich aan te melden bij het lokale waterbedrijf en wordt rechtstreeks door hen gefactureerd. De factuur komt doorgaans per kwartaal of per jaar. Dit is de meest transparante methode, aangezien u rechtstreeks betaalt voor wat u verbruikt. Echter, in veel oudere appartementencomplexen ontbreken individuele meters en is er slechts één centrale meter voor het hele gebouw.
De jaarlijkse afrekening van de servicekosten
Bij afwezigheid van een individuele meter maken de koudwaterkosten deel uit van de servicekosten die de huurder als maandelijkse vooruitbetaling aan de verhuurder betaalt. De verhuurder ontvangt de totale rekening van het waterbedrijf en moet deze totale kosten aan het eind van het jaar verdelen onder alle huurders in het gebouw. Deze verdeling moet gebaseerd zijn op een redelijke verdeelsleutel (verdeelsleutel), die vaak gebaseerd is op het aantal bewoners in een appartement of, grofweg, het vloeroppervlak. Deze berekening moet duidelijk worden getoond in de jaarlijkse afrekening van de servicekosten (eindafrekening).
Dit systeem is van nature minder nauwkeurig en kan een bron van frustratie zijn. Een klein huishouden dat erg zuinig met water is, kan in hetzelfde gebouw mogelijk een groter, minder zuinig huishouden subsidiëren. Een sceptische huurder moet altijd de jaarlijkse afrekening controleren om na te gaan welke verdeelsleutel wordt gebruikt en wat het totale verbruik voor het gebouw is. Hoewel de kosten per huishouden meestal niet enorm zijn, is het een kwestie van principe dat de verhuurder niet aan deze kosten mag verdienen. Elke weigering van de verhuurder om een transparante uitsplitsing van de totale waterrekening voor het gebouw te verstrekken, is een schending van zijn verplichtingen en kan worden aangevochten.