De regels voor huurverhoging
Een verhuurder kan de huur niet verhogen wanneer zij zich goed voelen of met elk bedrag dat zij kiezen. Het proces voor een jaarlijkse huurverhoging (jaarlijkse huurverhoging) is in Nederland strikt gereguleerd, hoewel de regels aanzienlijk verschillen tussen de gereguleerde (sociale) sector en de vrije (liberaliseerde) sector. Eén regel is echter universeel: de verhuurder moet het huurverhogingsvoorstel schriftelijk formeel indienen ten minste twee maanden voor de voorgestelde ingangsdatum. Bijvoorbeeld, voor een verhoging die per 1 juli ingaat (de traditionele datum voor jaarlijkse verhogingen), moet de huurder het voorstel vóór 1 mei ontvangen. Een te laat verzonden voorstel is niet rechtsgeldig.
Gereguleerde vs. vrije sector: Een verhaal van twee systemen
In de gereguleerde sector, stelt de overheid het maximale percentage vast waarmee de huur per jaar kan worden verhoogd. Dit percentage kan een vast cijfer zijn of gekoppeld aan inflatie of loonsontwikkeling. Vaak staat de overheid een hogere verhoging toe voor huurders met een hoger inkomen (inkomensafhankelijke huurverhoging) om hen aan te moedigen uit de sociale huur te verhuizen. Een huurder in de gereguleerde sector kan formeel bezwaar maken tegen een huurverhogingsvoorstel bij de verhuurder. Als zij het niet eens kunnen worden, kunnen zij de Huurcommissie (Rental Tribunal) om uitspraak over de geldigheid van de verhoging vragen.
In de vrije sector, zijn de regels historisch gezien veel losser geweest. De jaarlijkse verhoging wordt doorgaans bepaald door een clausule in de huurovereenkomst zelf. De meeste moderne contracten koppelen de verhoging aan de Consumentenprijsindex (CPI, of consumentenprijsindex) plus een kleine vaste voet (bijv. CPI + 1%). Lange tijd was dit de enige beperking. Door de hoge inflatie is de overheid echter onlangs tussenbeide gekomen. Sinds 2024 geldt er ook een wettelijke bovengrens op jaarlijkse huurverhogingen in de vrije sector. De bovengrens is bepaald op het laagste van: het contractueel afgesproken percentage of een door de overheid vastgestelde figure (bijv. inflatie + 1%). Dit was een belangrijke verandering die huurders in de vrije sector voor het eerst bescherming bood tegen extreme huurverhogingen.
Het recht van de huurder om te weigeren
Als het voorstel voor de huurverhoging van de verhuurder niet aan de wet voldoet — bijvoorbeeld als het te hoog is of de opzegtermijn te kort — is de huurder niet verplicht het voorstel aanvaarden. De huurder moet de verhuurder schriftelijk laten weten dat het voorstel ongeldig is en dat zij het oude huur blijven betalen. Als de verhuurder aandringt, zou men de zaak voor de Huurcommissie of de rechtbank moeten brengen om aan te tonen dat de verhoging gerechtvaardigd is. Het betalen van het hogere bedrag kan eenvoudigweg worden gezien als impliciete aanvaarding, dus het is belangrijk voor huurders om hun rechten te kennen en formeel bezwaar te maken tegen een onjuist voorstel.