Meer dan alleen een letter
Het Energieprestatiecertificaat (EPC), in Nederland algemeen bekend als het energielabel, is een gestandaardiseerd rapport dat de energie-efficiëntie van een woonhuis beoordeelt. Het kent een classificatie toe aan een woning op een schaal van A++++ (het meest efficiënt, vaak een nieuwbouwwoning zonder gas met zonnepanelen) tot G (het minst efficiënt, doorgaans een oud, slecht geïsoleerd gebouw met enkel glas). Een verhuurder is wettelijk verplicht om bij het ondertekenen van de huurovereenkomst een kopie van dit certificaat aan de nieuwe huurder te verstrekken. Hoewel het op het eerste gezicht misschien als slechts een administratief document lijkt, is het energielabel een van de belangrijkste documenten die u ontvangt. Het geeft een harde en eerlijke voorspelling van uw toekomstige financiële situatie in dat appartement, en dan met name hoeveel u kunt verwachten te betalen aan verwarming tijdens de lange, vochtige Nederlandse winters. Het negeren van het energielabel is een veelgemaakte fout die kan leiden tot schokkend hoge energierekeningen, waardoor een ogenschijnlijk betaalbaar appartement kan veranderen in een financiële last.
Het label wordt vastgesteld door een gecertificeerde energieadviseur die de kenmerken van de woning inspecteert. Het is een uitgebreide beoordeling die kan kijken naar tot wel 150 verschillende eigenschappen. Het eindcijfer hangt niet alleen van één kenmerk af, maar van de samenhang van vele aspecten, waaronder: het type beglazing in de ramen (enkel, dubbel, HR++), de hoeveelheid en kwaliteit van isolatie in het dak, de muren en de vloeren, de efficiëntie van de centrale verwarmingsketel (CV-ketel) en het ventilatiesysteem, en de aanwezigheid van hernieuwbare energiebronnen zoals zonnepanelen of een warmtepomp. Het resulterende certificaat geeft niet alleen de uiteindelijke A‑G letterwaardering, maar ook concrete aanbevelingen over hoe de energieprestatie van de woning kan worden verbeterd.
De financiële gevolgen: huurpunten en energierekeningen
De impact van het energielabel verschilt sterk afhankelijk van of uw contract in de gereguleerde of vrije sector valt, maar het raakt uw portemonnee in beide gevallen.
-
In de gereguleerde sector: Het energielabel is een zwaarwegende component van het woningwaarderingsstelsel (WWS). Een beter energielabel kent een woning meer punten toe, wat op zijn beurt de maximale wettelijke huurprijs (maximale huurprijs) die een verhuurder mag vragen verhoogt. Zo kan een A++++-label meer dan 40 punten toevoegen, terwijl een G-label punten kan aftrekken. Dit creëert een directe financiële prikkel voor verhuurders in deze sector om energiebesparende verbeteringen door te voeren. De kritische huurder moet zich echter realiseren dat dit twee kanten op kan werken. Een verhuurder kan investeren in nieuwe kozijnen niet alleen voor uw comfort, maar ook omdat de daarmee gepaard gaande verbetering van het energielabel hem in staat stelt om het jaar erop een substantiële huurverhoging te verantwoorden, of zelfs het totaal aantal punten van de woning boven de liberalisatiegrens te tillen, waardoor de woning voor een volgende huurder geheel uit de huurbescherming valt.
-
In de vrije sector: Hoewel het energielabel geen directe invloed heeft op de huurprijs (een verhuurder kan €3.000 vragen voor een pand met een G‑label als iemand bereid is dat te betalen), is de indirecte financiële impact mogelijk nog ernstiger. Hier fungeert het EPC als een duidelijke waarschuwingssignaal voor uw toekomstige energiekosten. Het verschil in jaarlijkse stookkosten tussen een woning met label A en een woning met label G kan gemakkelijk meer dan duizend euro bedragen. Een appartement met een lage vraaghuur maar een G‑label is een klassiek valstrik. U kunt misschien €100 per maand besparen op de huur vergeleken met een vergelijkbare woning met label B, om vervolgens van oktober tot maart €200 extra per maand aan gas en elektriciteit te betalen. Houd het energielabel dus altijd in uw totale budgetberekening; het is net zo belangrijk als de huur zelf.
De toekomst is groen: op handen zijnde regelgeving
De Nederlandse overheid werkt, in lijn met EU‑richtlijnen, actief aan het verbeteren van de energie-efficiëntie van de woningvoorraad. Dit betekent dat het belang van het energielabel alleen maar zal toenemen. Er lopen politieke discussies en plannen om verplichte normen voor energie-efficiëntie voor huurwoningen in te voeren. Het doel is de slechtst presterende woningen geleidelijk uit te faseren. Op termijn, bijvoorbeeld rond 2030 of kort daarna, kan het verboden worden om een woning met een label E, F of G te verhuren.
Dit heeft grote gevolgen voor zowel verhuurders als huurders. Verhuurders met slecht presterende woningen zullen gedwongen worden aanzienlijke investeringen te doen in isolatie, nieuwe verwarmingssystemen en betere ramen, of zij zullen hun woningen niet meer kunnen verhuren. Voor huurders is dit op de lange termijn goed nieuws, want het zou moeten leiden tot een hogere gemiddelde kwaliteit en lagere energiekosten op de huurmarkt. Op korte termijn kan het echter voor verstoringen zorgen wanneer verhuurders renovaties uitvoeren. Het betekent ook dat bij het zoeken naar een nieuwe woning het kiezen van een pand met een goed energielabel (bij voorkeur C of beter) niet alleen een verstandige financiële keuze is, maar ook een manier om uw woonsituatie toekomstbestendig te maken tegen aankomende regelgeving en te zorgen voor een comfortabelere, duurzamere en beter voorspelbare woonomgeving.