Woningtekort Vergroot de Generatiekloof in Nederland
De Nederlandse woningmarkt kampt met een aanhoudend tekort aan beschikbare woningen, waardoor verkoopprijzen en huurprijzen steeds verder stijgen. Terwijl betaalbaarheid een nationale zorg is geworden, laat een nieuwe studie van ING zien dat Generatie Z de druk sterker voelt dan welke andere cohorte dan ook. Sterker nog: zij zijn de eerste jonge generatie sinds de jaren 1950 die het vertrouwen verliest om de huizenmarkt te betreden — een trend met brede gevolgen voor huurders, starters, verhuurders en beleidsmakers.
De naoorlogse trend versus de realiteit van vandaag
Gedurende decennialange groei na de wederopbouwperiode na de Tweede Wereldoorlog nam het eigenwoningbezit onder jonge Nederlandse huishoudens gestaag toe. Een huis kopen werd gezien als een rite de passage: een enkel inkomen kon een hypotheek dekken, gezinnen vestigden zich in hun eerste woning, en een woning ging vaak een leven lang mee.
"Het eigenwoningbezit in Nederland werd in de decennia na de naoorlogse wederopbouw steeds normaler. Die trend wordt nu doorbroken met Generatie Z," zegt Wim Flikweert, woononderzoeker bij ING. In plaats van gestaagde groei wordt de huidige markt gekenmerkt door aanbodbeperkingen, scherpe prijsstijgingen en regelgevende complexiteit die in de naoorlogse periode grotendeels afwezig waren.
Generatie Z: geconfronteerd met ongekende onzekerheid
Volgens ING’s enquête:
- 55% van Gen Z maakt zich zorgen of ze ooit een huis kunnen betalen.
- 58% verwacht dat ze voortdurend concessies moeten doen op grootte, locatie of voorzieningen.
- 55% van millennials vreest ook hoge kosten, waarbij 53% zich voorbereidt op aanhoudende offers.
Voor veel jonge mensen wordt wonen in de stad — lange tijd het domein van dynamische huurgemeenschappen — een verre droom. Stijgende huizenprijzen betekenen dat appartementen in Amsterdam, Utrecht en Den Haag onbereikbaar zijn zonder aanzienlijke financiële steun of grote concessies qua ruimte.
De rol van familieondersteuning bij het kopen van een huis
Een opvallende bevinding is de afhankelijkheid van ouderlijke of familiale hulp onder jonge kopers. Bij Generatie Z had bijna één op de drie starters hulp nodig voor het dekken van aanbetalingen of hypotheekgaranties. Millennials volgen met 20%, terwijl Generatie X en de babyboomers slechts 7% en 6% op familieondersteuning vertrouwden.
Deze verschuiving laat twee belangrijke dynamieken zien:
- Intergenerationele vermogensoverdracht: Jongere kopers zijn steeds vaker afhankelijk van giften of leningen van ouders om minimale aanbetalingen te halen of betere hypotheekvoorwaarden te krijgen.
- Groeiende sociaaleconomische kloof: Degenen zonder toegang tot familiekapitaal staan voor nog grotere barrières, wat de ongelijkheid op termijn kan vergroten.
Generatievergelijking: concessies en offers
In de jaren 1950 en 1960 volstond een enkel inkomen vaak om een bescheiden starterswoning te kopen — geschikt voor pasgetrouwden en kleine gezinnen. Tegenwoordig zijn dubbele inkomens bijna verplicht om überhaupt in aanmerking te komen voor een basishypotheek. GROOTTE en blijvendheid zijn ook veranderd:
- Toen: Een eerste huis kon 80–100 vierkante meter zijn en een gezin decennialang bedienen.
- Nu: Starterswoningen kunnen zo klein zijn als 40 vierkante meter, wat vaak leidt tot meerdere verhuizingen voordat men zich definitief vestigt.
"Vroeger kon je kopen met één inkomen. Nu zie je dat twee inkomens nodig zijn," aldus Flikweert. "Bovendien woont een groot deel van de naoorlogse generatie nog steeds in het huis dat ze destijds kochten."
Jonge kopers ruilen niet alleen ruimte in; ze ruilen ook flexibiliteit in levensstijl. Velen geven vrije tijd op voor extra werk of bijbaantjes om te sparen — en dat is nog vóórdat hogere rentetarieven of strengere hypotheekvoorwaarden worden meegerekend.
Wat staat starters te wachten?
Het woningtekort verdwijnt niet van de ene op de andere dag. De nieuwbouw, die ooit op het punt stond te stijgen, is tot stilstand gekomen door regelgevende vertragingen en stijgende bouwkosten. Daardoor overtreft de vraag het aanbod terwijl de prijzen blijven stijgen.
Mogelijke ontwikkelingen aan de horizon zijn onder meer:
- Stimulansen voor sociale woningbouw: De overheid en woningcorporaties (gemeentelijke woningcorporaties) kunnen het betaalbare huuraanbod uitbreiden om de druk op het koopsegment te verlichten.
- Aanpassingen in hypotheekregulering: Autoriteiten kunnen loan-to-value-ratio’s of aflossingsregels herzien om hypotheken toegankelijker te maken voor jonge kopers.
- Regionaal groeibeleid: Kleinere steden en voorsteden kunnen gerichte investeringen krijgen om de druk op grote stedelijke centra te verlichten.
Ondanks deze maatregelen moeten potentiële starters zich voorbereiden op het aanpassen van verwachtingen — of dat nu betekent dat ze verder van stadscentra gaan zoeken, gedeeld eigendom overwegen of kiezen voor langetermijnhuur.
Conclusie
Het afnemende vertrouwen van Generatie Z in de woningmarkt onderstreept een bredere uitdaging: het in balans brengen van vraag en aanbod in een land waar steen en mortel nog nooit zo gewild waren. Zolang de bouw achterblijft en de prijzen stijgen, zullen jongeren van vandaag geconfronteerd worden met de dubbele obstakels van betaalbaarheid en concessies.
Het vinden van je ideale huur- of starterswoning is nog nooit zo competitief geweest. Bekijk duizenden geverifieerde advertenties op Luntero — de makkelijkste manier om door de Nederlandse woningmarkt te navigeren en je volgende woning veilig te stellen.




















